Risotto is veelzijdig spul. Je kunt er alles in gooien en het wordt bijna altijd lekker. Ik maak vaak risotto met paddenstoelen of zeevruchten, maar opeens kreeg ik een ingeving. Een frissere, vegetarische vulling voor de afwisseling. Minder heftig, super simpel en weer eens wat anders.
Nodig voor 4 personen:
Nodig voor 4 personen:
·
300g risotto rijst
·
4 rijpe trostomaten
·
150g verse spinazie
·
1 bakje basilicum
·
2 sjalotjes
·
2 tenen knoflook
· 80g Parmezaanse kaas
·
0.75l kippenbouillon
·
0.25l witte wijn
·
Olijfolie
·
Peper en zout
Hak de sjalotjes en knoflook fijn. Neem een diepe pan,
bijvoorbeeld een wok of hapjes pan. Fruit de ui en knoflook zachtjes in de olijfolie.
Als het begint te geuren, voeg je de rijst toe. Schep goed om. Na ongeveer 2 minuten kun je beginnen
met het toevoegen van vocht. Begin met een flinke scheut bouillon (ongeveer 100ml).
Roer de bouillon door de rijst. Deze zal het vocht absorberen. Blijf roeren, je
laat de risotto niet alleen. Als de rijst weer ‘droog’ lijkt te worden, voeg je
opnieuw vocht toe. Wissel de
bouillon af met wijn.
Ontpit terwijl je op de rijst let de tomaten en snijd ze in
kleine blokjes. Rasp de
Parmezaanse kaas. Zorg ook dat je de spinazie en de basilicum klaar hebt
staan. Na ongeveer 25 minuten nadert de rijst gaarheid (als dat niet zo is,
moet je nog even doorroeren). Als de rijst bijna gaar is, maar wel een goede bite heeft, begin je met het toevoegen
van de rest van je ingrediënten.
Ongeveer de helft van de geraspte kaas gaat door de risotto. Voeg daarna
in een paar keer de spinazie toe (deze slinkt enorm in de risotto). Daarna
mogen de tomatenblokjes erbij en als laatste de basilicum. Bewaar een paar
blaadjes voor de garnering.
Blijf roeren tot alle ingrediënten warm zijn en de rijst de
perfecte bite heeft; niet meer hard
van binnen, maar ook geen rijstebrij. Hier kom je achter door te proeven. Maak
de risotto verder op smaak met peper en zout. Serveer de risotto met de
Parmezaanse kaas.
No comments:
Post a Comment